W A N N E E
R
Verzamelnaam
Benaming uit bezochte streken
Oudste vermelding
Kempische uitspraak
Verzamelnaam.
In de 19de eeuwse officiële stukken wordt de benaming 'Teuten' niet
aangetroffen, ze worden zoals op het eind van de 18de eeuw nog steeds
aangegeven met het beroep dat zij uitoefenden. Vroeger werd vermoedelijk
de term 'buitengangers' of 'buitengaanders' als verzamelnaam gebruikt.
Dit wordt bevestigd door officiële documenten en door het bidden voor
de 'buitengangers' in de kerken.
Benaming uit de
bezochte streken.
De kempische Teut die in Noord-Nederland rondtrok met een pak op zijn
rug werd daar nooit 'Teut' genoemd maar 'pakman' of 'koopman', zijn
collega die als rondreizend veearts rondtrok werd 'snijer' genoemd.
Ook kregen zij soms de bijnaam 'De moffen' toegemeten. Dit kan wellicht
komen door hun duitsklinkende spreektaal.
Oudste vermelding.
De oudste vermelding wordt tot nog toe in een Pelterprocesbundel uit
1761 - 1767 aangetroffen en de oudste gedrukte vermelding dateert vermoedelijk
van 1808 in het boekje: 'Korte beschrijving van het dorp Loemel en deszelfs
omtrek' uit Nijmegen.
Uitspraak in de Kempen.
In de Kempen wordt het woord Teut niet uitgesproken zoals het geschreven
wordt. In de vroegere Luikse Kempen luidt deze uitspraak [tyat]. Men
spreekt hier over de teuten [tya:ta].
|
W A T
Benadering
Etymologische verklaring
Ontlening bargoens
Besluit
Benadering.
Tot nu toe hebben we nog geen verklaring voor het woord 'Teut'. In 1972
meende rector Ch. Creemers uit Stramproy dat men ze deze naam gaf omdat
zij het in Duitsland, het land van de Teuten of de Teutonen handel dreven.
Anderen denken dat het komt van het woord tuitelen wat betekent ruilen
of versjacheren. De verklaring kan wallicht op 2 manieren benaderd worden,
enerzijds etymologisch en anderzijds als ontlening aan het bargoens.
Het woord 'Teut' komt in geen enkel verklarend etymologisch of historisch
woordenboek van vroeger voor. Dit kan wijzen op een vrij jonge oorsprong
van het woord.
Etymologische
verklaring.
Volgens de Kempische dialectologen en typonomisten kan het woord 'Teuten'
wellicht afgeleid worden van 2 werkwoorden: tijgen: gotisch: 'tuchan'
wat 'trekken' betekent; 'Teut' wil in dit geval 'hij die trekt' zeggen.
Een tweede verklaring is mogelijk een afleiding van het woord 'tuiten'
of 'toeten', wat in dit geval op een hoorn blazen betekent. De teuten
gebruikten geen hoorn maar een soort schalmei om hun komst aan te kondigen.
Een aanwijzing hiervan zou kunnen zijn dat de Buullanders (inwoners
van Budel) de Hamontenaren de bijnaam 'Linnentoeters' gaven.
Ontlening uit
het bargoens.
Het woord 'Teut' zou niet etymologisch verklaard moeten worden, het
zou ook aan de geheimtaal van de Teuten
ontleend kunnen zijn. Het woord kan overgegaan zijn van de Teutentaal
naar het dialect en zo opgenomen zijn in de spreektaal. Dit kan verklaren
waarom het woord niet in een historisch, verklarend of etymologisch
woordenboek voorkomt en waarom het nooit in officiële documenten werdt
gebruikt. De volgende feiten staven deze bewering: In een boek over
Lommel (1808) spreekt men over taf-, goor-, en hair-teuten. Taf en goor
zijn woorden ontleend aan de Teutentaal.
In een werk van Frans Kluge vermeldt hij een volledige zin in de Westfaalse
Teutentaal: 'de tiötte vernufft bat dat grusken quäst'.
Besluit.
Als het woord aan een Nederlandse of Germaanse taal is ontleend, blijft
het probleem der etymologische afleiding bestaan. De meeste woorden
van een Nederlandse geheimtaal zijn ontleend aan het Hebreeuws, het
Waals enz. In het Hebreeuws betekent het woord 'thut': 'een draad garen'.
Dit kan betrekking hebben op de pakdragers die in textiel handelden.
Het kan ook aan het Duits of een Scandinavische taal ontleend zijn.
Het Duitse woord 'dute' betekent 'hoorn' en 'duten' betekent: 'op een
hoorn blazen'.
|